Plaatsen

Kozijnen worden beglaasd volgens het principe van droge beglazing. Dat betekent dat er voor de afdichting gebruik gemaakt moet worden van EPDM-rubberprofielen.

Bij dit systeem kunnen geringe hoeveelheden water in de sponning dringen. Controleer of het ontwateringsysteem functioneert.

Steunblokken

Het kozijn wordt voorzien van steunblokken waarmee het glas in de sponning wordt ondersteund.

Dit heeft als voordeel dat glas- of paneelvulling niet in aanraking komt met sponningsbodem en dus ook niet met binnendringend water.

Stelblokken

Met het gebruik van stelblokken kan door het zogenaamde “opschoren” het beweegbare deel haaks in het kozijn worden gepositioneerd.
Werkwijze: Plaats de beglazingslepel tussen de horizontale sponning van het beweegbare deel en het glas/paneel-oppervlak ter plaatse van de bovenhoek aan de sluitzijde. Door de speling tussen het glas/paneel-oppervlak en de sponning van het draaideel te wijzigen, kan een beweegbaar deel haaks worden afgesteld. (Een controlemiddel is het uitlijnen van de verstek-naden van het beweegbare deel ten opzichte van het kozijn.)

Nadat de juiste positie van het beweegbare deel is bepaald zal de ruimte tussen het glasoppervlak en reeds aangebrachte steunblokken moeten worden uitgevuld met stelblokken over de volledige dikte van het glas/paneel-oppervlak.

Stelblokken (deel 2)

Vervolgens dienen op de andere posities in het beweegbare deel stelblokken aanbracht te worden om het glasoppervlak geheel “op te sluiten”. Om “nazakken” tot een minimum te beperken 1 mm extra opschoren i.v.m bediening op lange termijn. Controle op haakse positionering en eventuele afwijkingen corrigeren. Uitvullen: Nadat de beweegbare delen optimaal zijn gepositioneerd door middel van het “opschoren” zal het glas/paneel verder moeten worden “opgesloten” in het kozijnvlak. Ter plaatse van de overige steunblokken in het kozijnvlak dienen vulblokken (= identiek aan stelblokken) “spanningsloos“ te worden aangebracht.

Glaslatten

Het kozijn wordt per vlak afgewerkt en de glaslatten dienen op volgorde van lengte gemonteerd te worden, beginnende bij de kortste glaslatten. De uiteinden van de glaslatten worden in de hoeken van het kozijn geplaatst en vervolgens met een kunststof hamer in de sponning “getikt”.